1829: Guillot wordt beschuldigd van de diefstal van de Russische kroonjuwelen van zijn vrouw. Guillot wordt onderhuids (en naar later blijkt misschien wel terecht), beschuldigd van de diefstal van de Russische kroonjuwelen van zijn vrouw. Na een stevige uitbrander van zijn gehate vader en een hevige ruzie met Anna, reist Guillot schoorvoetend af naar Rusland, alwaar de Tsaar hem gebiedt de juwelen terug te vinden. Er zit niets anders op, Guillot zoekt zijn oude minnaar Pereira op en dwingt hem alles op te schrijven wat hij weet van de diefstal. Guillot zelf dient hierbij natuurlijk buiten schot te blijven. Pereira schrijft de schuldbekentenis met de namen van de andere daders, en schiet zich zelf door het hoofd. Zo zal de liefde tussen hem en Guillot, altijd geheim blijven. Nadat de politie een groot gedeelte van de juwelen heeft teruggevonden, lijkt de liefde tussen Guillot en Anna weer op te bloeien. Willem I wil ondertussen korte metten maken met de Belgische opstandigheid. Geheel tegen de zin van Guillot stuurt hij diens broer Frederik naar Brussel om daar een bloedbad aan te richten. Tevergeefs. Uitgezogen door hoge belastingen en dan ook nog neergesabeld door de Nederlandse militairen, houdt het Belgische volk voet bij stuk. Koning Willem I moet onder ogen zien dat zijn koninkrijk slechts nog bestaat uit Nederland. België heeft zich voorgoed afgescheiden. En het wordt nog erger. In 1837 sterft Mimi, de echtgenote van Willem I. De koning, steeds minder geliefd door het volk, is alleen. Met de komst van een nieuwe (tussentijdse) grondwet, afgedwongen door Thorbecke, wordt ook de macht van Willem I nog eens flink ingeperkt. Hij zoekt zijn heil in een nieuwe liefde en kondigt aan te zullen gaan trouwen met Henriette d'Oultremont. Ze is Belgisch én rooms-katholiek.